Dennis Oppenheim
Dennis Oppenheim was geboren in washington op 6 september 1938 en was een Amerikaanse beeldhouwer, conceptuele kunstenaar, performance kunstenaar, land art kunstenaar en fotograaf
Dennis Oppenheim studeerde aan het California Colllege of Arts and Crafts en de Stanford University. Het is vooral zijn moeder die zijn toetreden tot de kunstwereld bevorderde.
Zijn werken situeren zich aanvankelijk in kunstrichtingen zoals Land en Body Art. Dat liet hem ook toe met redelijk eenvoudige technieken zoals foto, film en later video te werken. Deze uitvoeringsvorm was door het begrip desacralisering van de kunst ingegeven. Kunstenaars lieten het canvas als drager vallen voor het zogenaamd dematerialiseren van de kunst die tegelijk democratisering in de hand moest werken. Samen met tijdsgenoten als Robert Smitson en Walter De Maria begon hij met het maken van vergankelijke sculpturen in landschappen waarin hij figuren uitsneed in de bodem en in maaivelden. Het waren de eerste werken van kunstenaars in relatie tot de natuur en het milieu. Dat de maatschappelijke context van de protestmaatschappij aanwezig was blijkt uit het werk ‘Landslide’ (1968). Hij creëerde een enorme bank van los vuil in de buurt van afrit 52 van de Long Island Expresweg in het centrum van Long Island.
In het midden van de jaren 1970, na een vermoeiende periode als gevolg van de fysieke eisen die body art stelde, ging hij over tot het maken van ‘automatische marionetten’, een vorm van sculptuur die verwees naar zijn donkere humor en theatrale neigingen. Oppenheim rekende als het ware tijdelijk af met de kunstwereld, wellicht omdat de ideeënkunst waar hij voor stond hem niet meer voldoende inspireerde. Hij kende ook een bewogen privé leven en betrok zijn kinderen in zijn creaties. “De kunst van Oppenheim was tegelijkertijd gedreven en lusteloos, onbevreesd en opportunistisch”, schrijft de New York Times. Volgens de krant kwam hij duidelijk onder de indruk van tijdgenoten als Vito Acconci, Robert Smithson, Bruce Nauman, Alice Aycock (met wie hij getrouwd was in de vroege jaren 1980) en Claes Oldenburg.
Later evolueerde het werk naar installaties van monumentale sculpturen met een architecturale achtergrond. Dat zijn controversieel werk niet altijd aanvaard werd bleek nog in 2005. Toen plantte hij in de openbare ruimte van Vancouver de grootschalige sculptuur ‘Device to Root Out Evil’ (1997) neer, voorstellende een kerk onderste boven gekeerd met de torenpunt in de grond. De gemeenteraad van Vancouver liet het in 2008 verwijderen en leende het voor 5 jaar aan de stad Calgary.In 1964 haalde hij zijn BFA aan het California College of Arts and Crafts in Oakland,California en een MFA aan de Stanford University in Palo Alto, California in 1965. Hij verhuisde naar New York in 1966, waar hij eerst kunst doceerde aan verschillende scholen, alvorens solo-exposities in New York had in 1968 toen hij 30 jaar was. Oppenheims vroege werk had de neiging zich te focussen op optredens van mens en dier in zijn optredens. In de vroege zeventiger jaren was hij een voorloper in het gebruik van video en film . Rond 1980 verlegde Oppenheim zijn aandacht van bodyarten performances naar de creatie van monumentale conceptuele kunsten installaties . Hij nam in 1997 deel aan zowel de Biennale van venetie als de Johannesburg Biënnale.
De kunstenaar woonde en werkte in New York en was sinds 1982 gehuwd met de Amerikaanse beeldhouwster Alice Aycock . Hij overleed op 21 januari 2011 aan leverkanker.
Dennis Oppenheim studeerde aan het California Colllege of Arts and Crafts en de Stanford University. Het is vooral zijn moeder die zijn toetreden tot de kunstwereld bevorderde.
Zijn werken situeren zich aanvankelijk in kunstrichtingen zoals Land en Body Art. Dat liet hem ook toe met redelijk eenvoudige technieken zoals foto, film en later video te werken. Deze uitvoeringsvorm was door het begrip desacralisering van de kunst ingegeven. Kunstenaars lieten het canvas als drager vallen voor het zogenaamd dematerialiseren van de kunst die tegelijk democratisering in de hand moest werken. Samen met tijdsgenoten als Robert Smitson en Walter De Maria begon hij met het maken van vergankelijke sculpturen in landschappen waarin hij figuren uitsneed in de bodem en in maaivelden. Het waren de eerste werken van kunstenaars in relatie tot de natuur en het milieu. Dat de maatschappelijke context van de protestmaatschappij aanwezig was blijkt uit het werk ‘Landslide’ (1968). Hij creëerde een enorme bank van los vuil in de buurt van afrit 52 van de Long Island Expresweg in het centrum van Long Island.
In het midden van de jaren 1970, na een vermoeiende periode als gevolg van de fysieke eisen die body art stelde, ging hij over tot het maken van ‘automatische marionetten’, een vorm van sculptuur die verwees naar zijn donkere humor en theatrale neigingen. Oppenheim rekende als het ware tijdelijk af met de kunstwereld, wellicht omdat de ideeënkunst waar hij voor stond hem niet meer voldoende inspireerde. Hij kende ook een bewogen privé leven en betrok zijn kinderen in zijn creaties. “De kunst van Oppenheim was tegelijkertijd gedreven en lusteloos, onbevreesd en opportunistisch”, schrijft de New York Times. Volgens de krant kwam hij duidelijk onder de indruk van tijdgenoten als Vito Acconci, Robert Smithson, Bruce Nauman, Alice Aycock (met wie hij getrouwd was in de vroege jaren 1980) en Claes Oldenburg.
Later evolueerde het werk naar installaties van monumentale sculpturen met een architecturale achtergrond. Dat zijn controversieel werk niet altijd aanvaard werd bleek nog in 2005. Toen plantte hij in de openbare ruimte van Vancouver de grootschalige sculptuur ‘Device to Root Out Evil’ (1997) neer, voorstellende een kerk onderste boven gekeerd met de torenpunt in de grond. De gemeenteraad van Vancouver liet het in 2008 verwijderen en leende het voor 5 jaar aan de stad Calgary.In 1964 haalde hij zijn BFA aan het California College of Arts and Crafts in Oakland,California en een MFA aan de Stanford University in Palo Alto, California in 1965. Hij verhuisde naar New York in 1966, waar hij eerst kunst doceerde aan verschillende scholen, alvorens solo-exposities in New York had in 1968 toen hij 30 jaar was. Oppenheims vroege werk had de neiging zich te focussen op optredens van mens en dier in zijn optredens. In de vroege zeventiger jaren was hij een voorloper in het gebruik van video en film . Rond 1980 verlegde Oppenheim zijn aandacht van bodyarten performances naar de creatie van monumentale conceptuele kunsten installaties . Hij nam in 1997 deel aan zowel de Biennale van venetie als de Johannesburg Biënnale.
De kunstenaar woonde en werkte in New York en was sinds 1982 gehuwd met de Amerikaanse beeldhouwster Alice Aycock . Hij overleed op 21 januari 2011 aan leverkanker.
Voornaamste werken
Gegalvaniseerd constructiestaal, geanodiseerd geperforeerd aluminium, transparant rood Venetiaans glas, betonnen funderingen
plaats: Vancouver, Canada
Datum: 1997
plaats: Vancouver, Canada
Datum: 1997
Het werk bestaat uit Staal, gelakt staal, acryl, Lexan, gegolfd staal Bus
Het werk toont de metamorfose van een bus naar een huis.
Het verandert dus langzaam van een bus naar een huis...
Het werk toont de metamorfose van een bus naar een huis.
Het verandert dus langzaam van een bus naar een huis...